(Top)sporters

Sport jouw kind veel? Wellicht heeft je kind talent en wil ze graag steeds beter worden in haar sport. Ik ben zelf op mijn vijfde jaar met turnen begonnen. Ik vond het heel leuk. De hele dag stond ik op mijn handen en deed ik spagaten. Toen werd ik gevaagd om nog een keer extra te komen. Nou dat wilde ik wel.  Al snel turnde ik 6 dagen in de week en wilde vooral heel goed worden.

Gedrevenheid is een belangrijke eigenschap om de top te halen. Door de gedrevenheid kan je heel veel bereiken. Die gedrevenheid kan soms ook in de weg zitten. Dat wordt op een gegeven moment perfectionisme of faalangst.

Als je aan topsport doet dan is het logisch dat de lat hoog gelegd wordt. We willen immers allemaal eerste worden. De beste zijn! Als je dan ook nog eens talent hebt voor die sport en het lukt om er goed in te worden dan is dat een heel fijn gevoel. Je ouders juichen en zijn blij en trots op je. Als je aan wedstrijden mee doet dan krijg je ook vaak medailles. Ik deed al vanaf mijn zesde mee aan wedstrijden en won deze vaak ook. Ik spreek daarom uit eigen ervaring als ik zeg dat je dat gevoel wil vasthouden.

Puur-en-open-sporter--blok-3
sporters-blok-2

Het liedje van Herman Brood & Henny Vrienten zegt niet voor niks “als je wint heb je vrienden” In mijn geval toen ik aan turnen deed was mijn trainer, meer dan mijn ouders, een hele belangrijke toeschouwer. Vooral mijn trainer wilde ik niet teleurstellen.

School is een andere wereld als de topsport. De juf / meester staat niet de hele tijd naast je tafel te juichen. Dat klinkt een beetje raar maar je krijgt niet de hele tijd te horen of je het goed doet. De trainer doet dat wel. Ik ging daarom ook vaak wat vragen aan de juf/meester alleen maar om te horen of ik het wel goed deed. Bij rapport gesprekken vertelde mijn juf/meester dan aan mijn ouders dat ik een beetje onzeker ben en veel bevestiging wil. Daardoor ging ik nog harder mijn best doen. Ook vond ik van mezelf dat ik zeker wel een 9 moest halen en was dan continue teleurgesteld in mezelf dat ik dat niet haalde. Ondanks dat de juf/meester zei dat het goed genoeg was.

En zo komt het dat een sporter ook op school zo gedreven wordt. Ook hier wil ze het beste. Maar op school mag je fouten maken. Op school krijg je toetsen of vragen van de juf/meester om te kijken of je de stof wel snapt. Wanneer je dan alles goed wil doen dan komt er stress. Een toets is in de ogen van een topsporter hetzelfde als een wedstrijd. Maar in een wedstrijd heb je controle op wat je doet. Ik trainde hard voor mijn oefeningen en wist precies wat ik moest doen. Bij een toets leer je een aantal hoofdstukken en weet je nooit wat er gevraagd wordt en toch wil je net als in je sport het beste.

Ik kan sporters helpen om te gaan met de gedrevenheid die naar perfectionisme gaat. Ik ben namelijk van mening dat (top)sporters hele mooie eigenschappen hebben waar ze heel hun leven profijt van hebben mits ze het goed gebruiken en zichzelf goed leren kennen.

Met de kinderen ga ik werken aan gedachten gebaseerd op Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) met creatieve werkvormen maar ik ga ook terug naar de basis naar het lichaam. Sporters zijn lijfelijk bezig maar zitten vaak in het hoofd. Als dat meer in balans komt dan gaan ze niet alleen beter met hun gedrevenheid om maar ook in hun sport groeien.

Puur-en-open-sporter--blok-1

(Top)sporters

Sport jouw kind veel? Wellicht heeft je kind talent en wil ze graag steeds beter worden in haar sport. Ik ben zelf op mijn vijfde jaar met turnen begonnen. Ik vond het heel leuk. De hele dag stond ik op mijn handen en deed ik spagaten. Toen werd ik gevaagd om nog een keer extra te komen. Nou dat wilde ik wel.  Al snel turnde ik 6 dagen in de week en wilde vooral heel goed worden.

Gedrevenheid is een belangrijke eigenschap om de top te halen. Door de gedrevenheid kan je heel veel bereiken. Die gedrevenheid kan soms ook in de weg zitten. Dat wordt op een gegeven moment perfectionisme of faalangst.

Als je aan topsport doet dan is het logisch dat de lat hoog gelegd wordt. We willen immers allemaal eerste worden. De beste zijn! Als je dan ook nog eens talent hebt voor die sport en het lukt om er goed in te worden dan is dat een heel fijn gevoel. Je ouders juichen en zijn blij en trots op je. Als je aan wedstrijden mee doet dan krijg je ook vaak medailles. Ik deed al vanaf mijn zesde mee aan wedstrijden en won deze vaak ook. Ik spreek daarom uit eigen ervaring als ik zeg dat je dat gevoel wil vasthouden.

Puur-en-open-sporter--blok-3

Het liedje van Herman Brood & Henny Vrienten zegt niet voor niks “als je wint heb je vrienden” In mijn geval toen ik aan turnen deed was mijn trainer, meer dan mijn ouders, een hele belangrijke toeschouwer. Vooral mijn trainer wilde ik niet teleurstellen.

School is een andere wereld als de topsport. De juf / meester staat niet de hele tijd naast je tafel te juichen. Dat klinkt een beetje raar maar je krijgt niet de hele tijd te horen of je het goed doet. De trainer doet dat wel. Ik ging daarom ook vaak wat vragen aan de juf/meester alleen maar om te horen of ik het wel goed deed. Bij rapport gesprekken vertelde mijn juf/meester dan aan mijn ouders dat ik een beetje onzeker ben en veel bevestiging wil. Daardoor ging ik nog harder mijn best doen. Ook vond ik van mezelf dat ik zeker wel een 9 moest halen en was dan continue teleurgesteld in mezelf dat ik dat niet haalde. Ondanks dat de juf/meester zei dat het goed genoeg was.

sporters-blok-2

En zo komt het dat een sporter ook op school zo gedreven wordt. Ook hier wil ze het beste. Maar op school mag je fouten maken. Op school krijg je toetsen of vragen van de juf/meester om te kijken of je de stof wel snapt. Wanneer je dan alles goed wil doen dan komt er stress. Een toets is in de ogen van een topsporter hetzelfde als een wedstrijd. Maar in een wedstrijd heb je controle op wat je doet. Ik trainde hard voor mijn oefeningen en wist precies wat ik moest doen. Bij een toets leer je een aantal hoofdstukken en weet je nooit wat er gevraagd wordt en toch wil je net als in je sport het beste.

Ik kan sporters helpen om te gaan met de gedrevenheid die naar perfectionisme gaat. Ik ben namelijk van mening dat (top)sporters hele mooie eigenschappen hebben waar ze heel hun leven profijt van hebben mits ze het goed gebruiken en zichzelf goed leren kennen.

Met de kinderen ga ik werken aan gedachten gebaseerd op Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) met creatieve werkvormen maar ik ga ook terug naar de basis naar het lichaam. Sporters zijn lijfelijk bezig maar zitten vaak in het hoofd. Als dat meer in balans komt dan gaan ze niet alleen beter met hun gedrevenheid om maar ook in hun sport groeien.